Uit het archief

Klik op de illustraties om ze in groter formaat te zien.

Drie programmaboekjes bij de stomme film Mathias Sandorf (1921)

Vanaf augustus 1921 werd de film Mathias Sandorf vertoond in de Nederlandse bioscoop. In het archief bevinden zich drie originele programmaboekjes van Cinema Palace, Kalverstraat, Amsterdam (uit de collectie Helling). Deze werden kennelijk binnen in de bioscoop uitgedeeld, gezien de tekst voorop: “Voor klachten vervoege men zich svp tot de directie”.

Deze film bestond uit drie afleveringen, die elk een week lang achtereen werden vertoond. In 1921 werd dit enigszins cryptisch omschreven als een “buitengewone drie-weeksche seriefilm in 20 acten”. De voorstelling was doorlopend van ’s middags half twee tot ’s avonds elf uur.

Afbeelding: Omslag van het programmaboekje van Cinema Palace
Afbeelding: Samenvatting van de film in het programmaboekje
Afbeelding: Filmprogramma waarin Mathias Sandorf genoemd wordt

De drie programmaboekjes tellen elk 8 pagina’s en bevatten, naast het uitgebreide programma op de twee middenpagina’s, een korte beschrijving van de inhoud van de film. De muzikale illustratie werd verzorgd door Max Tak.

Interessant is hetgeen het Biografisch Woordenboek van Nederland hierover te vertellen heeft:

Tot eind 1916 bleef Tak verbonden aan het Concertgebouw-Orkest, de laatste jaren bij de eerste violen. Toen deed de directeur van ‘Cinema Palace’ in de Amsterdamse Kalverstraat hem een aanbod dat hij niet kon weigeren: ‘Je kunt bij mij per maand verdienen, wat je bij het Concertgebouw in een jaar hebt’ (Algemeen Handelsblad, 26-10-1961). Tak nam met spijt afscheid van zijn vaste plaats bij Mengelberg en formeerde naar eigen inzicht een bioscooporkest. Wekelijks stelde hij de muziek ter begeleiding van de zwijgende films samen: een behendig weefwerk van thema’s uit het populair-klassieke repertoire en eigen verbindende melodielijnen, die de gebeurtenissen op het witte doek extra dramatiek verleenden.

De mare dat het orkest van ‘Cinema Palace’ het beste bioscooporkest van de stad in huis had, kwam ook ter ore van de Rotterdamse bioscoopexploitant Abraham Tuschinski, voor wie ‘het grootste van het grootste’ nauwelijks genoeg was. Toen deze in 1921 zijn eigen filmpaleis in de Reguliersbreestraat in Amsterdam opende, stond Tak dan ook voor het orkest. Bijna twintig jaar lang — tot aan de Duitse bezetting — vormde zijn bioscooporkest één van de trekpleisters van het ‘Tuschinski Theater’, ook toen de levende muziek een minder prominente rol kreeg door de komst van de geluidsfilm. Week in week uit stelde Tak de muziek samen, die hij vervolgens tijdens twee of drie voorstellingen per dag dirigeerde. Bovendien trad hij op als publiciteitschef van het theater. Hij schreef veel programmaboekjes vol, redigeerde het blad Tuschinski Nieuws en was ook de (anonieme) auteur van de daarin gepubliceerde memoires van Abraham Tuschinski.

Deze film werd eerst in Rotterdam (Tivoli, 12 augustus t/m 1 september 1921), daarna in Amsterdam (Cinema Palace, 2 t/m 22 september 1921) en Den Haag (Residentie-Bioscoop, 7 t/m 27 oktober 1921) vertoond. Hieronder een selectie van relevante krantenadvertenties uit ons archief:

Afbeelding: Advertentie uit de Telegraaf
Telegraaf
Afbeelding: Advertentie uit de NRC
NRC
Afbeelding: Advertentie uit het Vaderland
Vaderland

Op het adres Kalverstraat 224 was van 1912–1927 bovenstaande bioscoop Cinema Palace gevestigd. Van 1927–1983 was dat de bioscoop Roxy. Sinds 1983 kledingzaak Roxy-1.

Zie ook:

Zie:Terug naar overzicht “Uit het archief”