Hub Zwart publiceert “Denkstijlen”
Prof. dr. Hub Zwart, hoogleraar filosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen en lid van het Jules Verne Genootschap, publiceerde onlangs het boek “Denkstijlen”. In dit boek doorloopt Zwart de cultuurgeschiedenis, en bespreekt hij de rol die drie verschillende denkstijlen hierin spelen: de apollinische, de magische en de faustische stijl.
Het boek bevat een omvangrijke passage over Jules Verne, in de context van de faustische denkstijl. Zwart bespreekt Verne’s fascinatie voor machines, en analyseert de Wonderreizen als wetenschappelijke experimenten. Daarnaast komen de archetypische angsten aan bod, die in Verne’s werk te vinden zijn.
Praktische informatie
Hub Zwart: Denkstijlen
Uitgever: Valkhof Pers
ISBN: 90 5625 209 7
Omvang: 248 bladzijden
Formaat: 12 x 20,5 cm
Uitvoering: ingenaaid
Prijs: € 17,50
Voorproefje
Hieronder volgen voor de geïnteresseerde lezer enkele gedeelten uit de passages over Jules Verne.
Uit het hoofdstuk “Faustische civilisatie: de wereld van Jules Verne”
Jules Verne (1828–1905) is een auteur wiens oeuvre geheel in het teken staat van een systematische analyse van de faustische civilisatie. Hij geldt ten onrechte als kinderboekenschrijver. Dit is deels het gevolg van bewerkingen die zijn boeken ondergingen, deels van het feit dat de psychologische dimensie van zijn boeken zwak ontwikkeld is. Waar hij als psycholoog ver achter blijft bij tijdgenoten als Tolstoi (1828–1910) en Ibsen (1828–1906), is hij bij uitstek de auteur die de machine tot literair onderwerp verheft, evenals daarmee nauw samenhangende fenomenen zoals de moderne industrie, de metropool, de natuurwetenschap en de ingenieur.
Romans van Jules Verne spelen zich in de regel op twee locaties af. Vertrek- en eindpunt vormt een grote, moderne, faustische stad: Liverpool, Londen, Parijs, Hamburg, New York, Philadelphia, Baltimore of San Fransisco, concentratiepunten van arbeid en kapitaal in de tweede helft van de 19e eeuw. Van daaruit worden reizen ondernomen naar onontgonnen gebieden: poolgebieden of donkere gedeelten van Afrika en Zuid-Amerika. In deze reisdrift manifesteert zich het faustische verlangen naar expansie. Het betreft tot voor kort onbereikbare en onbewoonbare locaties die dankzij faustische machines bereikbaar en bewoonbaar worden, ontsloten worden. Verne is gefascineerd door nieuwe vormen van energie die in zijn tijd furore maken, met name elektriciteit.
Verne is het fotografisch negatief van zijn tijdgenoten Tolstoi en Ibsen. In De vrouw van de zee beschrijft Ibsen hoe de ongenaakbare Noorse fjordenkust wordt ontsloten door Engelse stoomschepen met touristen, δεινος aan de buitenzijde, uiterst comfortabel (met een barvoorziening) aan de binnenzijde. In zijn roman Anna Karenina beschrijft Tolstoi hoe Rusland wordt ontsloten door de stoomtrein die steden als Moskou en Sint Petersburg met elkaar verbindt. Een bij uitstek Verniaans gegeven. De trein als faustische machine die geheel nieuwe vormen van mobiliteit mogelijk maakt is Α en Ω van Tolstoi’s meesterwerk, begin- en eindpunt van het verhaal. De roman zelf is echter goeddeels aan de psychologie van het moderne huwelijk gewijd. Dit geldt ook voor Ibsens teksten. Aankomst en vertrek van het faustische stoomschip in een Noors kustplaatsje vormt begin- en eindpunt van een drama dat primair over huwelijkspsychologie handelt. Verne’s romans zijn complementair aan deze opzet. Ook hij beschrijft Victoriaanse echtparen, maar huwelijkspsychologie is niet zijn sterke punt. Zijn romans beginnen en eindigen met relationele problematiek (uitgestelde verloving, ongelukkig huwelijk), maar de ware hoofdpersonen zijn machines. Doorgaans geeft hij de voorkeur aan celibataire mannen als bemanning. Tolstoi verwoordt angst voor de machine. Ook in Verne’s boeken heerst angst, niet zozeer voor de vrouw als wel voor het huwelijk (niet misogynie maar misogamie, Moré 1963).
Uit het hoofdstuk “Het experiment op grote schaal”
De romans die Verne onder de titel Voyages Extraordinaires (“Wonderreizen”) publiceerde hebben een “faustische” structuur: ze hebben de structuur van een experiment. De reis naar de maan wordt omschreven als een “proefneming” zonder precedent.12 De bemanningsleden van de maanbolide fungeren als proefpersonen, terwijl zich ook proefdieren aan boord bevinden (een hond komt tijdens de proef te overlijden). De maanreis is niet alleen een experiment, maar maakt ook een groot aantal experimenten mogelijk, bijvoorbeeld met betrekking tot gewichtloosheid. De inzittenden brengen een belangrijk deel van hun tijd door met experimenteren13 en noteren hun bevindingen zorgvuldig in een wetenschappelijk notitieboek. De technologie creëert ideale condities voor maanwetenschap. Zij maakt het mogelijk de maan van zeer nabij te bestuderen. De maanbolide is een artefact dat een geheel nieuwe vorm van wetenschappelijk onderzoek mogelijk maakt, een geheel nieuwe wetenschappelijke ervaring mogelijk maakt. Het is een machine die een (voorheen ontoegankelijke) dimensie van de werkelijkheid toegankelijk maakt. Het menselijke bestaan (in de zin van het “algemeen menselijke patroon”) is in beginsel statisch en speelt zich binnen één dimensie af, namelijk op aarde. In de romans van Verne ontwikkelen ingenieurs machines die nieuwe dimensies
ontsluiten en de mensheid (vertegenwoordigd door een microgemeenschap van al dan niet wetenschappelijk geschoolde pioniers) in beweging brengen, mobiliseren. Dankzij faustische machines worden zee, lucht en ruimte, maar ook onderaardse diepten, grotten en gangenstelsels toegankelijk voor de mens, evenals schijnbaar ontoegankelijke gebieden zoals de binnenlanden van Afrika. Typerend voor Verne is dat het dynamische machines betreft die zelf voortdurend in beweging zijn. Het zijn bemande mobiele observatoria die innovatief onderzoek mogelijk maken. De onderzoeker sluit zich op in zijn instrument, waarmee hij vervolgens aan een lange, avontuurlijke reis begint. Wetenschappers zijn niet alleen de geniale ontwikkelaars van deze machines, maar ook degenen die zich (met faustische doodsverachting) blootstellen aan de nieuwe ervaring die dankzij deze machine mogelijk wordt. Het experiment heeft de vorm van een reis. De machine die de nieuwe ervaring, de nieuwe wetenschappelijke praktijk mogelijk maakt, is in de regel een vaartuig (duikboot, luchtballon, vliegtuig, maanbolide).
De grondhouding jegens wetenschap bij Verne is enthousiasme, maar op de achtergrond spelen faustische angsten en verlangens een rol, zoals angst voor en verlangen naar het faustische landschap, de kille, duistere leegte, het abiotische niets. Een opvallend groot aantal boeken van Verne speelt zich dichtbij of zelfs voorbij de poolcirkel af. In alle romans komen momenten voor waarin wetenschappelijke reizigers zich in een afschrikwekkend isolement bevinden, in een volstrekte leegte, een abiotische duisternis waar Genesis nog moet aanbreken. “Geen enkel levend wezen bezielde deze uitgestrekte, dode eenzaamheid” heet het bijvoorbeeld in Hector Servadac, een verhaal over een wonderbaarlijke ruimtereis (1877/1964, p. 200).
Wetenschap is bij Verne op twee manieren aanwezig. Enerzijds als de wetenschap die de betreffende ervaring mogelijk maakt, anderzijds als de wetenschap die door deze ervaring mogelijk wordt. Om een voorbeeld te geven: de reis naar de maan wordt mogelijk gemaakt door de ballistiek, die exact kan berekenen met welke beginsnelheid de bolide de aarde moet verlaten, welke baan zij moet beschrijven om op het vastgestelde tijdstip het doel te bereiken. Is de bolide eenmaal gelanceerd, dan wordt een nieuw type wetenschapsbeoefening mogelijk, een nieuwe vorm van selenografie (maancartografie). Tot op dat moment wordt de maan vanaf de aarde bestudeerd en in kaart gebracht. Gigantische telescopen op bergtoppen kunnen de afstand tussen aarde en maan slechts gedeeltelijk teniet doen. Dankzij de ballistiek kan de maan tot op enkele kilometers worden benaderd en kan het maanoppervlak van zeer nabij worden onderzocht. Dit maakt een nieuw type wetenschappelijke ervaring mogelijk. Het wordt mogelijk de beschikbare orografische inzichten betreffende het maanoppervlak te controleren en drastisch te verbeteren. Een meer betrouwbare manier van observeren, resulterend in een meer betrouwbare maankaart. De Mappa Selenographica van De Beer et Moedler uit 1830 kan dankzij de maanreis drastisch worden bijgesteld. Ideale omstandigheden (ongekende fysieke nabijheid) maken extreme, ongekende precisie mogelijk.