P’tit-Bonhomme toch in het Nederlands verschenen
In 1891 publiceerde uitgeversmaatschappij Elsevier het boek Cesar Cascabel. Over het ijs en door de steppe, het laatste verhaal
van Jules Verne dat in de beroemde serie blauwe bandjes verscheen. Vanwege een conflict met Verne’s uitgever Hetzel over de prijs van de
illustraties, en vanwege de teruglopende belangstelling voor Verne’s boeken, zag Elsevier af van verdere voortzetting van de reeks.
De draad werd opgepakt door Johan Hendrik van Balen, die in 1892 in zijn tijdschrift Jong Holland, Geïllustreerd weekblad voor jongelui
het verhaal Het Kasteel in de Karpaten opnam. Deze roman werd het jaar daarop in boekvorm uitgebracht door J.W. van Leenhoff
& Zoon te Rotterdam. De drukker was J.H. van Balen. In 1894 kwam, eveneens bij Leenhoff, de roman Claudius Bombarnac uit.
Latere verhalen, zoals De wonderlijke avonturen van kapitein Antifer en De IJs-sphinx, verschenen bij uitgeverij Vivat,
eerst als vervolgverhaal in het tijdschrift Ons jongensblad, en daarna in boekvorm. Ook deze uitgaven werden verzorgd door Van
Balen.
Twee van de rond deze tijd in Frankrijk verschenen romans waren echter onvertaald gebleven: Mistress Branican en
P’tit-Bonhomme. Althans, dat werd tot voor kort aangenomen.
Bij werkzaamheden voor het archief van het Jules Verne Genootschap ontdekte onze toekomstige archivaris Frits Roest dat het verhaal
P’tit-Bonhomme wel degelijk door Johan Hendrik van Balen vertaald is. Het werd in 1893 gepubliceerd in Jong
Holland, onder de titel P’tit Bonhomme.
Uit de inhoudsopgave van jaargang 1893 van dit tijdschrift blijkt dat het verhaal in 37 afleveringen is opgenomen. Het verhaal Het Kasteel in
de Karpaten gaat hieraan vooraf (1892: 20 afleveringen; 1893: 1 aflevering). De eerste aflevering van P’tit Bonhomme
verscheen op pagina 133 van Jong Holland. Omdat het tijdschrift vanaf 1891 wekelijks 12 pagina’s telde, moet deze eerste
aflevering dateren van circa half maart 1893. De eerste Franse publicatie, als feuilleton in Magasin d’Éducation et de
Récréation, begon in januari 1893. Van Balen baseerde zich dus op deze tijdschriftpublicatie en volgde deze met een tijdsverschil van
slechts twee maanden.
Het zal ongetwijfeld geen letterlijke vertaling van Van Balen zijn geweest, maar een verkorte bewerking. Omdat het tijdschrift Jong
Holland ophield te bestaan op 19 januari 1894 is het niet zeker dat P’tit Bonhomme in zijn geheel is geplaatst, temeer daar
de laatste Franse aflevering dateert van 15 december 1893.
Als wij erin slagen de tekst van P’tit Bonhomme terug te vinden, zal dit verhaal ongetwijfeld als feuilleton worden opgenomen in De Verniaan, en wellicht ook in boekvorm verschijnen.
Aangezien Jong Holland al sinds 1888 bestond en juist in 1891 een uitbreiding had ondergaan van 8 naar 12 wekelijkse bladzijden, bestaat de mogelijkheid dat behalve Het Kasteel in de Karpathen (1892) en P’tit Bonhomme (1893) ook Mistress Branican (1891) hierin opgenomen is geweest. Deze mogelijkheid zal nu verder worden onderzocht.